ARRETE ROYAL
DU 9 MARS 1953

 

concernant le commerce des viandes de boucherie et réglementant l'expertise des animaux abattus a l'intérieur du pays

 

(M.B. 16-17.III.1953)

KONINKLIJK BESLUIT
VAN 9 MAART 1953

 

betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren

 

(B.S. 16-17.III.1953)

 

Section I

 

Des experts

 

Afdeling I

 

Over de vleeskeurders

 

Article 1

 

Artikel 1

[§ 1. L'examen sanitaire immédiatement avant l'abattage et l'expertise après l'abattage sont pratiqués par des médecins vétérinaires nommés à titre d'experts conformément à l'article 5 de la loi.
Le vétérinaire traitant est autorisé. dans les limites fixées par le même article. à assurer l'expertise après l'abattage, à condition que l'habillage pour la boucherie ait été effectué sur place.

§ 2. Dans les abattoirs publics et dans les abattoirs particuliers assimilés aux abattoirs publics, l'examen sanitaire des animaux de boucherie immédiatement avant l'abattage, l'expertise des viandes après l'abattage et la surveillance de l'établissement, sont confiés à un médecin vétérinaire portant le titre d'expert titulaire, assisté, si l'importance des abattages pratiqués dans l'abattoir l'exige, par un ou plusieurs médecins vétérinaires portant le titre d'expert adjoint.
Un médecin vétérinaire portant le titre d'expert suppléant est désigné pour remplacer, en cas de maladie ou d'empêchement, soit l'expert titulaire, soit un expert adjoint.](A.R. 19.VIII.1960)

[ ](A.R. 14.1X.1993)

[Le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions peut fixer la durée des prestations journalières des experts des viandes.](A R. 15.VI.1970)

[ ](A.R. 14.1X.1993)

[§ 1. Het gezondheidsonderzoek onmiddellijk voor het slachten en de keuring na het slachten worden verricht door veeartsen, tot vleeskeurders benoemd overeenkomstig artikel 5 van de wet.
De behandelende veearts is gemachtigd om. binnen de grenzen bij hetzelfde artikel bepaald, te zorgen voor de keuring na de slachting, op voorwaarde dat het opmaken voor de slagerij ter plaatse is uitgevoerd.

2. In de openbare slachthuizen en in de private slachthuizen gelijkgesteld met openbare slachthuizen, zijn het gezondheidsonderzoek der slachtdieren onmiddellijk vòòr de slachting, de vleeskeuring na de slachting en het toezicht op de inrichting, toevertrouwd aan een veearts die de titel draagt van vleeskeurder- titularis, bijgestaan, indien de belangrijkheid der in het slachthuis uitgevoerde slachtingen het vereist, door één of meer veeartsen die de titel dragen van adjunct-vleeskeurder.
Een veearts die de titel drasgt van plaatsvervangende vleeskeurder wordt aangeduid om, bij ziekte of belet, hetzij de vleeskeurder-titularis, hetzij een adjunct-vleeskeurder te vervangen.](K B. 19 VlIl 1960)

[ ](K B. 14.IX.1993)

[De Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft kan de duur van de dagelijkse prestaties van de vleeskeurders bepalen.](K.B. 1 5.VI.1970 )

[ ](K.B. 14.IX.1993)

Article 2

 

Artikel 2

Les fonctions d'expert sont incompatibles avec l'exercice de toute activité touchant au commerce de la viande. Elles sont en outre incompatibles avec l'exercice d'un mandat de bourgmestre, d'échevin ou de conseiller communal, lorsque la nomination émane du conseil communal.
Les experts ne peuvent être intéressés financièrement, directement ou indirectement, dans l'exploitation des établissements qu'ils ont sous leur surveillance.
Ils ne peuvent expertiser les animaux abattus pour compte d'un parent ou allié.

De functie van vleeskeurder is onverenigbaar met de uitoefening van enige activiteit die met de vleeshandel in verband staat. Zij is bovendien onverenigbaar met de uitoefening van een mandaat van burgemeester, schepen of gemeenteraadslid, wanneer de benoeming van de gemoenteraad uitgaat.
De vleeskeurders mogen rechtstreeks noch zijdelings financiele belangen hebben in de exploitatie van de onder hun toezicht staande inrichtingen.
Zij mogen geen dieren keuren die voor rekening van een bloed- of aanverwant zijn geslacht.

Article 3

 

Artikel 3

Les experts peuvent, au titre de mesure disciplinaire, être suspendus ou démissionnés, sous l'approbation du Ministre, par la commune qui a procédé à leur nomination. En cas de carence de la part de la commune ou lorsque la sanction proposée par elle ne répond pas à la gravité des faits reprochés, la mesure est prise d'office par le Roi.
La suspension et la démission sont prises directement par le Roi lorsque la nomination de l'expert n'émane pas de l'autorité communale.
L'autorisation pour le vétérinaire traitant d'assurer l'expertise après l'abattage peut de même lui être retirée par le Roi au titre de mesure disciplinaire.
Avant l'application de toute mesure disciplinaire, l'expert et le vétérinaire traitant sont invités à présenter leur justification par écrit.

De vleeskeurders kunnen, bij wijze van tuchtmaatregel, met de goodkeuring van de Minister, geschorst of ontslagen worden door de gemeente welke hun benoemd heeft. Indien de gemeente in gebreke blijft of indien de door haar voorgestelde sanctie niet in overeenstemming is met de ernst van de ten laste gelegde feiten, dan wordt de maatregel van ambtswege door de Koning getroffen.
De schorsing en het ontslag worden rechtstreeks door de Koning uitgesproken indien de benoeming van de vleeskeurder niet van de gemeenteoverheid uitgaat.
De machtiging om de keuring na het slachten te verrichten kan de behandelende veearts eveneens bij tuchtmastregel door de Koning ontnomen worden.
Vòòr de toepassing van enige tuchtmaatregel worden de vleeskeurder en de behandelende veearts verzocht zich schriftelijk te verantwoorden

 

Section II

 

Des déclarations

 

Afdeling II

 

Aangifte

Article 4

 

Artikel 4

[Les déclarations d'abattage prévues à l'article 4 de la loi du 5 septembre 1952 doivent être faites au receveur communal ou à l'agent spécialement désigné à cet effet par la commune.
L'administration communale fixe les lieux et heures auxquels les déclarations sont reçues, celles-ci doivent pouvoir être faites chaque jour ouvrable.
Dans les communes où il s'avère impossible de désigner un agent, l'autorité communale peut, toutefois, désigner une personne étrangère à l'administration communale pour recevoir les déclarations d'abattage.](A.R. 19.VIII.1960)
[La déclaration d'abattage d'un animal de boucherie doit être faite avant l'abattage et avant l'examen ante mortem quand celui-ci est obligatoire.](A R. 30.XI.1982)

[De slachtingsaangiften bedoeld in artikel 4 van de wet van 5 september 195,. moeten gedaan worden aan de gemeenteontvanger of aan de daartoe door de gemeente bijzonder aangestelde beambte.
Het gemeentebestuur bepaalt op welke plaatsen en uren de aangiften in ontvangst genomen worden; op iedere werkdag moet daartoe de mogelijkheid bestaan.
In de gemeenten waar het onmogelijk blijkt een beambte aan te stellen, mag de gemeenteoverheid evenwel een niet tot de gemeenteadministratie behorende persoon aanduiden om de slachtingsaangiften in ontvangst te nemen].(K.B. 19.VIII.1960)
[De slachtingsaangifte van een slachtdier moet gedaan worden vòòr het slachten en vòòr het onderzoek ante-mortem wanneer dit verplicht is.](K B. 30.XI.1982)

Article 5

 

Artikel 5

[La déclaration de la mort ou de l'abattage d'un animal de boucherie dans les cas prévus au deuxième alinéa de l'article 4 de la loi du 5 septembre 1952, doit être effectuée le jour même ou au plus tard le lendemain, dès l'ouverture des bureaux. L'heure exacte à laquelle l'animal a été trouvé mort, est mort-né ou a été abattu doit être renseignée.
Le fonctionnaire communal inscrit la déclaration d'abattage ou de la mort visée à l'alinéa précèdent immédiatement dans le registre destiné à cet effet et délivre un récépissé de déclaration au déclarant.
Le registre et le récépissé de déclaration sont établis conformément au modèle déterminé par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions.](A.R. 30.XI.1982)

[De sterfte- of slachtingsaangifte van een slachtdier in de bij lid 2 van artikel 4 van de wet van 5 september 1952 bedoelde gevallen, moet geschieden de dag zelf of uiterlijk's anderdaags zodra de kantoren geopend zijn. Ook moet worden opgegeven het juiste uur waarop het dier dood gevonden, dood geboren of geslacht werd.
De gemeenteambtenaar schrijft de sterfte of slachtingsaangifte bedoeld in het voorgaande lid onmiddellijk in in het daartoe bestemd register en overhandigt aan de aangever een aangiftebewijs.
Het register en het aangiftebewijs worden opgesteld overeenkomstig het model dat wordt vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.](K.B. 30.XI.1982)

Article 6

 

Artikel 6

[Lorsqu'il s'agit de l'abattage d'un animal dont la viande est destinée aux besoins exclusifs du propriétaire et de son ménage, ci- après dénommé abattage privé, la déclaration doit précéder l'abattage d'au moins deux jours pleins, peu importe si l'abattage a lieu à la maison ou dans un abattoir.
La déclaration d'un abattage privé doit être faite par le propriétaire de l'animal en personne, dans la commune de son domicile. Le déclarant est tenu de présenter sa carte d'identité.
Le fonctionnaire communal inscrit la déclaration de l'abattage privé immédiatement dans le registre destiné à cet effet et délivre un récépissé de déclaration au déclarant.
En cas d'abattage dans un abattoir. Ie récépissé de déclaration doit accompagner l'animal pendant son transport vers l'abattoir. L'abattoir tient un registre distinct des animaux entrés pour abattage privé.
Le récépissé de déclaration doit être conservé, soit au domicile du particulier, soit à l'abattoir selon le lieu d'abattage. jusqu'à la fin de l'année suivant celle de l'abattage.
Les registres des abattages privés, que tiennent la commune et l'abattoir. ainsi que le récépissé de déclaration sont établis conformément au modèle déterminé par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions.](A.R. 30.XI.1982)

[Wanneer het de slachting betreft van een dier waarvan het vlees bestemd is voor de uitsluitende behoeften van de eigenaar en zijn huisgezin, hierna particulier slachting genoemd, moet de aangifte ten minste twee volle dagen de slachting voorafgaan, ongeacht of de slachting ten huize dan wel in een slachthuis gebeurt.
De aangifte van een particulier slachting moet persoonlijk gedaan worden door de eigenaar van het dier in de gemeente waar hij woonachtig il. De aangever is ertoe gehouden zijn identiteitskaart voor te leggen.
De gemeenteambtenaar schrijft de aangifte van de particulier slachting onmiddellijk in in het daartoe bestemde register en overhandigt aan de aangever eau aangiftebewijs.
In geval van slachting in een slachthuis dient het aangiftebewijs het dier te vergezellen tijdens het vervoer naar het slachthuis. Het slachthuis houdt een afzonderlijk register bij van de als particulier slachting binnengekomen dieren.
Het aangiftebewijs dient, naar gelang van de plaats van de slachting, hetzij ten huize van de particulier, hetzij in het slachthuis bewaard te blijven tot op het einde van het jaar volgend op dat van de slachting.
De registers der particulier slachtingen, bijgehouden door de gemeente en het slachthuis, alsmede het aangiftebewijs worden opgemaakt overeenkomstig het model dat wordt vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.](K.B. 30.XI.1982)

Article 7

 

Artikel 7

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[L'expert contrôle régulièrement la tenue du registre.](A.R. 5.I.1968)

[ ](L. 14.VII.1994)

Chaque contrôle doit être mentionné dans le registre.

[ ](L. 14.VII.1994)(A.R. 30.XI.1982)(A.R. 4.VII.1996)

[ ](K.B. 4.VII.1996)

[De keurder controleert regelmatig de bijhouding van het register.](K B. 5.I.1968)

[ ](W. 14.VII.1994)

ledere controle moet in het register vermeld worden.

[ ](W. 14.VII.1994) (K B. 30.XI.1982)(K.B. 4.VII.1996)

Article 7bis

 

Artikel 7bis

[ ](A.R. 4.VII.1 1996)

[ ](K.B. 4.VII.1996)

Article 8

 

Artikel 8

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K.B. 4.VII.1996)

 

Section III

 

De l'examen ante-mortem

 

Afdeling III

 

Onderzoek ante-mortem

Article 9

 

Artikel 9

L'examen sanitaire avant l'abattage n'est pas requis pour les animaux abattus dans les tueries particulières, pour les animaux non obligatoirement soumis à l'expertise [ ].(A.R. 5.XII.1997)

Het gezondheidsonderzoek voor het slachten wordt niet geëist voor de in private slachterijen geslachte dieren, voor de niet verplicht aan de keuring onderworpen dieren []. (K.B. 5.XII.1997)

Article 10

 

Artikel 10

L'examen ante mortem établira si:

a) l'animal n' est pas atteint de maladies ou d anomalies de nature à avoir une influence sur la qualité de la viande;
b) l'animal ne présente pas les symptômes d une maladie contagieuse au regard de la législation sur la police sanitaire des animaux domestiques.

Il portera notamment:

a) sur l'état général et le degré d'engraissement de l'animal;
b) sur la tenue, la marche, le maintien, le regard plus ou moins éveillé de l'animal;
c) sur l'état général de la peau, du poil et au besoin sur la température de l'animal;
d) sur la présence de troubles digestifs ou respiratoires;
e) sur l'état des orifices naturels du corps;
f) sur l'état des organes génitaux.

Het onderzoek ante-mortem zal vaststellen of:

a) het dier geen ziekten of afwijkingen vertoont die de deugdelijkheid van het vlees kunnen beinvloeden;
b) het dier geen verschijnselen vertoontvan een besmettelijke ziekte in de zin van de wetgeving op de gezondheidspolitie van de huisdieren.

Het zal gaan over:

a) de algemene- en de voedingstoestand van het dier;
b) de houding, de gang, de stand, de mindere of meerdere opgewekte blik van het dier;
c) de algemene toestand van de huid,van de beharing en zo nodig de temperatuur van het dier;
d) de aanwezigheid van storingen in de spijsverterings- of ademhalingsorganen;
e) de toestand van de natuurlijke lichaamsopeningen;
f) de toestand van de geslachtsorganen.

Article 11

 

Artikel 11

Les animaux seront identifiés par une marque auriculaire lorsque l'examen ante mortem aura révélé notamment:

a) les symptômes d'une des maladies suivantes: rage ou suspicion de rage; charbon bactéridien; charbon bactérien; fièvre aphteuse; morve ou farcin; dourine; lymphangites; peste bovine; pleuro-pneumonie contagieuse des bovidés; clavelée; piétin; peste porcine; tuberculose; tétanos; gourme; affections typhoïdes du cheval; anasarque; hémoglobinurie; coryza gangréneux: septicémie hémorragique; septicémie gangréneuse; rouget; broncho-pneumonie; entérites infectieuses et botulisme;
b) de la fièvre; de l'inflammation ou de la suppuration des organes génitaux, de la mamelle, du cordon ombilical. des articulations ou gaines tendineuses des sabots, des onglons, etc.; des coliques; de la diarrhée; de l'hématurie ou de l'ictère;
c) de l'épuisement, de la cachexie ou une grande fatigue;
d) de l'absence de cicatrisation du cordon ombilical;
e) de la métrite aiguë ou de la rétention d'arrière-faix.

Ces animaux seront en outre répertoriés conformément aux instructions données à ce sujet par le Ministre de la Santé publique et de la Famille.

De dieren worden met een oormerk geidentificieerd wanneer het onderzoek ante-mortem namelijk aan het licht gebracht heeft:

a) de verschijnselen van een der volgende ziekten; razernij of vermoeden van razernij; miltvuur; boutvuur: mond- en klauwzeer; kwade droes of wormziekte; dourine; lymphangitis; runderpest; besmettelijke rundpleuro-pneumonie; schaapspokken; rotkreupel; varkenspest; tuberculose tetanus; droes; typheuse aandoeningen bij het paard; petechiale koorts; haemoglobinurie; boosaardige katarrhale koorts; haemorrhagische septicaemie; gasoedeem; vlekziekte; broncho-pneumonie. infectieuze enteritis en botulisme;
b) koorts; ontsteking of ettering van de geslachtsorganen, van de uier. van de navelstreng, van de gewrichten of de peesscheden van de hoeven, van de klauwen, enz.; kolieken, diarrhee; heamaturie of geelzucht;
c) uitputting, cachexie of een grote vermoeidheid;
d) het niet toegroeien van de navelstreng;
e) acute baarmoederontsteking of inhouding van de nageboorte.

Deze dieren zullen bovendien geboekt worden overeenkomstig de hierover door de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin verstrekte onderrichtingen.

Article 12

 

Artikel 12

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K.B 4.VII.1996)

 

 

Section IV

 

De l'expertise

 

Afdeling IV

 

Vleeskeuring

Article 13

 

Artikel 13

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K B. 4 VII.1996)

Article 14

 

Artikel 14

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K B. 4 VII.1996)

Article 15

 

Artikel 15

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[Si le sang de plusieurs animaux est recueilli dans un même récipient tout le contenu de celui-ci doit être déclaré impropre à la consommation lorsque les viandes d'un des animaux du lot sont reconnues impropres à la consommation.](A.R. 28.IV.1965)

[ ](K B. 4 VII.1996)

[Indien het bloed van meer dan een dier is opgevangen in één vat, moet de gehele inhoud van dit vat voor de consumptie ongeschikt worden verklaard indien het vlees van een de dieren van de partij als ongeschikt voor de consumptie is aangemerkt](K B. 28.IV.1965)

Article 16

 

Artikel 16

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K.B 4.VII.1996)

Article 17

 

Artikel 17

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K.B 4.VII.1996)

Article 18

 

Artikel 18

L'expert doit procéder à l'expertise dans le plus bref délai possible après l'abattage. S'il n'habite pas la commune, il devra s'y rendre endéans les vingt-quatre heures.
L'expertise comportera l'examen du sang, de la carcasse, de tous les organes et ganglions correspondants. Chez les solipèdes, la tête, le larynx et la trachée sont fendus longitudinalement. [Chez les porcs, la tête est fendue longitudinalement.](A. R. 28.IV.1965)

[ ](A.R. 4.VII.1996)

De vleeskeurder moet zo spoedig mogelijk na het slachten tot de keuring overgaan. Indien hij de gemeente niet bewoont moet hij zich daar binnen vierentwintig uren heen begeven.
De keuring moet het onderzoek van het bloed, van de romp en van al de overeenstemmende organen en lymfklieren omvatten. Bij de éénhoevigen worden kop, strottenhoofd en luchtpijp overlangs gekliefd.
[Bij varkens wordt de kop in de lengte, in tweeën verdeeld.](K.B 28.IV.1965)

[ ](K B. 4.VII.1996)

Article 19

 

Artikel 19

I1 est interdit à l'expert et au vétérinaire traitant de procéder à l'expertise d'un animal de boucherie si le propriétaire ne peut produire le récépissé de déclaration d'abattage.

Het is de vleeskeurder en de behandelende veearts verboden een slachtdier te keuren indien de eigenaar het bewijs van de slachtingsaangifte niet kan overleggen.

Article 20

 

Artikel 20

Il est de même interdit à l'expert et au vétérinaire traitant de procéder à l'expertise d'un animal de boucherie, jugulé avant la mort mais non dépouillé. Le propriétaire, le détenteur ou le gardien a la faculté de faire transporter l'animal à destination de l'abattoir public le plus rapproché où il sera procédé à l'expertise.
Dans ce cas, le vétérinaire traitant ou, à son défaut, l'expert est tenu de délivrer un permis de transport. Il informe, par télégramme d'Etat, le directeur de l'abattoir et, par carte de service, l'inspecteur circonscriptionnaire. Le conducteur doit être en possession du permis de transport; il devra exhiber celui-ci à toute réquisition et le remettre au directeur de l'abattoir.
[Pour l'application du présent article, les abattoirs qui avaient jusqu'au 30 juin 1986 un caractère public ainsi que les abattoirs d'exportation qui, en matière d'abattages de nécessité, satisfont aux dispositions en vigueur en matière de trafic intracommunautaire de viande fraîche, sont assimilés aux abattoirs publics.](A.R. 30.VII.1986)

Het is de vleeskeurder en de behandelende veearts eveneens verboden een slachtdier te keuren, dat voor de dood gekeeld werd, maar niet is gevild. Het staat de eigenaar, de houder of de hoeder vrij, het dier te doen overbrengen naar het dichtstbijgelegen openbaar slachthuis, waar het zal worden gekeurd.
In dit geval is de behandelende veearts of, bij diens ontstentenis. de keurder verplicht een vervoervergunning af te geven. Hij verwittigt per staatstelegram de bestuurder van het slachthuis en per dienstbriefkaart de inspecteur van het ambtsgebied. Hij die het dier vervoert moet in het bezit zijn van de vervoervergunning; hij moet deze op iedere vordering vertonen en aan de bestuurder van het slachthuis afgeven.
[Voor de toepassing van dit artikel worden met openbare slachthuizen gelijkgesteld. de slachthuizen die tot op 30 juni 1986 het openbaar karakter hadden alsmede de exportslachthuizen die inzake noodslachtingen voldoen aan de bepalingen die gelden voor het intracommunautair handelsverkeer in vers vlees.](K B. 30 VII 1986)

Article 21

 

Artikel 21

L'examen prévu à l'article 17 portera d'une façon spéciale:

chez les bovidés: sur la langue, le coeur, les poumons, les reins, la rate, le foie, les masséters externes et internes;
chez les veaux: sur le pharynx, les poumons, le coeur, la rate, le foie, les reins, les articulations, les intestins et le cordon ombilical;
chez les porcs: sur les muscles prédisposés à la ladrerie (langue, coeur et diaphragme), les poumons, le foie, les ganglions rétropharyngiens et mésentériques ainsi que les vertèbres et les organes génitaux;
chez les moutons et les chèvres: sur les ganglions, les poumons et le foie;
chez les solipèdes: sur les cavités nasales, le larynx, la trachée, les poumons et la peau.

Bij het door artikel 17 voorgeschreven onderzoek zal in het bijzonder worden gelet:

bij runderen: op tong, hart, longen, nieren. milt, lever, uit- en inwendige kauwspieren;
bij kalveren: op keelholte, strottenhoofd, longen, hart, milt, lever, nieren, gewrichten, ingewanden en navelstreng;
bij varkens: op de voor gortigheid vatbare spieren (tong, hart en middenrif), longen, lever, keelholte-lymfklieren en mesenteriaal- lymfklieren, evenals wervels en geslachtsorganen;
bij schapen en geiten: op lymfklieren, tongen en lever;
bij eenhoevigen: op neusholten, strottenhoofd, luchtpijp, longen en huid.

[Article 21bis

 

[Artikel 21bis

Les porcs [et les chevaux] abattus dans les abattoirs doivent être soumis à un examen visant à déceler la présence de trichines, sous le contrôle et la responsabilité d'un expert-vétérinaire.(A.R. 22.VI.1993)
Toutefois, cet examen n'est pas obligatoire dans le cas où la viande [porcine ou chevaline] est soumise à un traitement par le froid tel que soit exclu tout danger d'infestation humaine.(A.R. 22 VI.1993)
[En outre, ce traitement par le froid n'est pas nécessaire non plus s'il s'agit de viandes porcines exclusivement destinées à être commercialisées en Belgique ou expédiées à des Etats membres de la CEE qui octroient la même dérogation à la commercialisation sur leur territoire de leur production intérieure de viandes porcines.] (A.R. 22.VI.1993)Les modalités de ce traitement par le froid ainsi que de l'examen visant à déceler la présence de trichines dans [la viande porcine et chevaline] sont définies par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions.](A.R. 14.XI.1991)(A.R. 22.VI.1993)

In de slachthuizen geslachte varkens [en paarden] dienen een onderzoek op de aanwezigheid van trichinen te ondergaan, onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de dierenarts-keurder.(K.B. 22.VI.1993)
Dit onderzoek is evenwel niet verplicht ingeval het [varkens- of paardevlees] een zodanige koudebehandeling ondergaat dat alle gevaar voor menselijke besmetting uitgesloten is.(K.B. 22 Vl.1993)
[Bovendien is deze koudebehandeling evenmin noodzakelijk indien het varkensvlees betreft dat uitsluitend is bestemd om in België in de handel te worden gebracht of te worden verzonden naar Lid- Staten van de EEG die dezelfde afwijking toestaan voor het in de handel brengen op hun grondgedied van hun binnenlandse varkonsvieesproduktie.](K.B. 22.VI.1993)
De modaliteiten van deze koudebehandeling evenals van het onderzoek op de aanwezigheid van trichinen in [varkens of paardevlees] worden bepaald door de Minister die de Volksgezondheid tot zijn bevoegdheid heeft.](K B. 14.XI.1991)(K B 22.VI. 1993)

[Article 21ter

 

[Artikel 21ter

§1. Un examen de laboratoire complémentaire, dont la portée est précisée ci-après, est requis dans les cas suivants:

1) en cas d'abattage de nécessité ou d'abattage y assimilé: un examen bactériologique et un examen en vue de la recherche de subtances à effet bactériostatique;
2) en cas de constatation lors de l'examen sanitaire avant abattage ou lors de l'expertise après l'abattage de symptômes ou de lésions pouvant indiquer des coliques, un accident de part ou une affection infectieuse aiguë ou infectieuse chroniquegrave, ou un traitement: un examen bactériologique et un axamen en vue de la recherche de substances à effet bactériostatique;
3) pour les animaux abattus dont le document d'identification ou de transport est marqué de façon particulière par le Service Vétérinaire du Ministère des Classes Moyennes et de l'Agriculture sur base de l'article 4 de l'arrêté royal du 8 septembre 1997 relatif aux mesures en matière de commercialisation des animaux d'exploitation en ce qui concerne certaines substances ou résidus de substances pharmacologiquement actives: un examen de laboratoire orienté vers la recherche de résidus de substances pharmacologiquement actives ou de leurs métabolites. La nature précise des examens à exécuter, ressort de la marque apposée sur le document;
4) pour les animaux abattus pour lesquels a été jointe au document d'identification ou de transport une attestation visée à l'article 3 de l'arrêté royal du 8 septembre 1997 relatif aux mesures en matière de commercialisation des animaux d'exploitation en ce qui concerne certaines substances ou résidus de substances pharmacologiquement actives: un examen de laboratoire orienté vers la recherche de résidus de substances pharmacologiquement actives ou de leurs métabolites. La nature précise des examens à exécuter ressort de la nature des substances administrées.](A.R. 11.X.1997)
[5) à partir du 1 janvier 2001 en cas d'abattage pour cause de nécessité de bovins agés de plus de 24 mois ou d'abattage d'autres bovins de plus de 30 mois: le test rapide de l'encéphalopathie spongiforme bovine, fixé par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions. Les règles particulières relatives à l'échantillonage, à l'exécution du test rapide et aux suites à donner sont fixées par le Ministre qui a la santé publique dans ses attribution.](A.R. 16.V.2001)
 

 

[§2. Toutefois, l'expert ne peut se résoudre à un des examens de laboratoire visés au §1 lorsque l'examen organoleptique a déjà permis à lui seul de déclarer que les viandes sont impropres à la consommation.

§3. Dans les cas mentionnés au §1, 3 et 4, l'examen de laboratoire est exécuté sur un animal abattu par 10 ou fraction de 10 animaux présentés à l'abattage provenant du même troupeau et qui font partie d'une déclaration d'abattage simultanée.
Sans préjudice de l'application du §1 1 et 2, cet examen est toujours exécuté sur tous les animaux présentés à l'abattage dans les cas suivants:

1) en cas d'abattage de nécessité ou d'abattage y assimilé;
2) en cas d'abattage d'animaux conformément à l'article 5, §2 de la loi du 15 juillet 1985 relative à l'utilisation de substances à effet hormonal, à effet antihormonal, à effet bêta-adrénergique ou à effet stimulateur de production chez les animaux;
3) en cas d'abattage d'animaux par ordre suite à l'article 5 de l'arrêté royal du 8 septembre 1997 relatif aux mesures en matière de commercialisation des animaux d'exploitation en ce qui concerne certaines substances ou résidus de substances pharmacologiquement actives

§4. Les échantillons nécessaires pour les examens de laboratoire sont emballés et scellés par l'expert avec du matériel fourni par le propriétaire ou le responsable de l'animal et expédiés aux frais de celui-ci au laboratoire agréé. Le cas échéant, les échantillons peuvent être directement remis par l'expert au responsable du laboratoire agréé ou à son préposé.](A.R. 11.X.1997)

 

[§5. Par dérogation au §2 du présent article, le test rapide doit toujours être effectué dans les cas visés au §1,5).
Par dérogation au §4 du présent article, les échantillons nécessaires pour les tests rapides visés au §1,5) sont emballés et scellés avec du matériel livré par l'autorité. Ils sont remis par l'exploitant de l'abattoir au préposé du laboratoire agréé qui en assure la récolte.
Dans les cas visés au §1,5), l'article 24 n'est pas applicable.](A.R. 16.V.2001)

§1. In de volgende gevallen is een aanvullend laboratoriumonderzoek vereist, waarvan het voorwerp hierna bepaald wordt:

1) bij een noodslachting of een daarmee gelijkgestelde slachting: een bacteriologisch onderzoek voor het opsporen van stoffen met kiemgroieremmende;
2) indien bij het gezondheidonderzoek voor slachting of bij de keuring na de slachting symptomen of letsels worden vastgesteld die kunnen wijzen op koliek, op een ongeval bij het baren, op een acute of ernstige chronische infectieuze aandoening of op een behandeling: een bacteriologisch onderzoek voor het opsporen van stoffen met kiemgroeiremmende werking;
3) bij geslachte dieren waarvan het identificatie- of vervoersdocument door de Veterinaire Dienst van het Ministerie van Middenstand en Landbouw op grond van artikel 4 van het kininklijk besluit van 8 september 1997 betreffende maatregelen inzake de verhandelingvan landbouwdieren, ten aazien van bepaalde stoffen of residu's daarvan met farmacologische werking, op een bijzonder wijze is gemerkt: een laboratoriumonderzoek gericht op het opsporen van residuen van farmacologisch werkzame substituties of van hun metabolieten. De precieze aard van de uit te vervoer onderzoeken blijk uit het merteken aangebracht op het document;
4)bij geslachte dieren waarvan bij het identificatie- of vervoerdocument een attest is gevoegd als bedoelt in artikel 3 van het kininklijk besluit van 8 september 1997 betreffende maatregelen inzake de verhandeling van landbouwdieren, ten aanzien van bepaalde stoffen of residu's daarvan met farmacologische werking: een laboratoriumonderzoek gericht op het opsporen van residuen van farmacologisch werkzame substanties of van hun metabolieten. De precieze aard van de uit te voeren onderzoeken blijkt uit de aard van de toegediende stoffen.](K.B. 11.X.1997)
[5) vanaf 1 januari 2001 bij in nood geslachte runderen ouder dan 24 maanden of bij de slachting van andere runderen ouder dan 30 maanden: de snelle test op boviene spongiforme encefalopathie, vastgesteld door de Minister die de volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft. De nadere regelen inzake de bemonstering, de uitvoering van de snelle test en het gevolg dat eraan moet worden gegeven worden vastgesteld door de Minister die de volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft.](K.B. 16.5.2001)

[§2. De keurder mag evenwel niet tot een van de in §1 bedoelde laboratoriumonderzoeken besluiten, wanneer het louter organoleptisch onderzoek reeds tot de ongeschiktverklaring van het vlees geleid heeft.

§3. In de gevallen bedoeld in §1, 3 en 4, wordt het laboratoriumonderzoek uitgevoerd op één geslacht dier per 10 of fractie van 10 ter slachting aangeboden dieren iut eenzelfde veebeslag van herkomst waarvan de slachtingsaangifte gelijktijdig is gedaan.
Onverminderd de toepassing van §1, 1 en 2, wordt dit onderzoek steeds op alle ter slachting aangeboden dieren uitgevoerd in de volgende gevallen:

1) bij een noodslachting of een daarmee gelijkgestelde slachting;
2) bij slachting van dieren overeenkomstig artikel 5, §2, van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking;
3) bij sclachting van dieren op grond van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende maatregelen inzake de verhandeling van landbouwdieren, ten aanzien van bepaalde stoffen of residu's daarvan met farmacologische werking.
 

§4. De monsters nodig voor de aanvullende laboratoriumonderzoeken worden door keurder verpakt en verzegeld met materiaal geleverd door de eigenaar of de verantwoordelijke van het dier, en op diens kosten toegezonden aan het erkend laboratorium. In voorkomend geval kunnen de monsters door de keurder rechtstreeks worden overhandigd aan de verantwoordelijke van het erkend laboratorium of aan diens afgevaardigde.](K.B. 11.X.1997)

[§5. In afwijking van §2 van dit artikel wordt in de gevallen bedoeld in §1,5) de snelle test steeds uitgevoerd.
In afwijking van §4 van dit artikel worden de monsters nodig voor de snelle testen bedoeld in §1,5) verpakt en verzegeld met materiaal geleverd door de overheid. Zij worden door de exploitant van het slachthuis overhandigd aan de afgevaardigde van het erkend laboratorium dat de ophaling verzekert.
In de gevallen bedoeld in §1.5) is artikel 24 niet van toepassing.] (K.B. 16.5.2001)

Article 22

 

Artikel 22

Un arrêté ministériel détermine les investigations et découpes auxquelles l'expert doit procéder.

Een ministerieel besluit bepaalt welke onderzoekingen en insnijdingen de vleeskeurder moet verrichten.

Article 23

 

Artikel 23

Sont déterminés dans l'annexe 2 du présent arrêté, les cas où la viande, la graisse et les abats blancs ou rouges doivent, en totalité ou en partie, être déclarés impropres à la consommation; les cas ou ils peuvent être déclarés propres à la consommation, soit après traitement spécial, soit après une mise en observation de vingt-quatre heures au moins [ ].(A.R. 11.X.1997)

In bijlage 2 van dit besluit worden de gevallen bapaald waarin vlees, vet en witte of rode slachtafval geheel of gedeeltelijk voor de voeding ongeschikt moeten verklaard worden; de gevallen waarin zij hetzij na speciale behandeling hetzij na ten minste vierentwintig uren in observatie te zijn gehouden [ ] voor de consumptie geschikt mogen verklaard worden.(K.B. 11.X.1997)

Article 24

 

Artikel 24

Si le propriétaire de l'animal ne se rallie pas à la décision de l'expert, il a un délai de vingt-quatre heures pour faire opposition. Dans ce cas, il fait procéder, à ses frais, à une contre-expertise par un médecin vétérinaire agréé de son choix. En cas de désaccord, le second expert formule son avis par écrit, prévient le bourgmestre et provoque d'urgence l'intervention de l'inspecteur circonscriptionnaire ou de son délégué. Celui-ci tranche sans appel.

 

Indien de eigenaar zich niet met de beslissing van de vleeskeurder kan verenigen beschikt hij over een termijn van vierentwintig uren om verzet aan te tekenen. In dat geval doet hij, op eigen kosten, door een aangenomen veearts zijner keuze tot een herkeuring overgaan. Bij verschil van gevoelen zet de tweede vleeskeurder schriftelijk zijn zienswijze uiteen, verwittigt de burgemeester en roept dringend de tussenkomst in van de inspecteur van het ambtsgebied of zijn gemachtigde. Diens beslissing is niet voor beroep vatbaar.

Article 25

 

Artikel 25

En conclusion de son expertise, l'expert qui prend la décision définitive, appose une estampille bien lisible aux endroits qui seront déterminés par un arrêté ministériel. Le Ministre déterminera également le modèle des estampilles et l'encre à utiliser.

Tot besluit van zijn keuring brengt de vleeskeurder die de definitieve beslissing neemt een good leesbaar stempelmerk aan op de plaatsen die door een ministerieel besluit zullen vastgesteld worden. De Minister bepaalt eveneens het model der stempelmerken en de te gebruiken inkt.

Article 26

 

Artikel 26

La viande, la graisse et les abats en tout ou en partie impropres à la consommation sont saisis par l'expert.

[ ](A.R. 4.VII.1996)

Il délivre à l'intéressé un certificat extrait d'un carnet à souches, mentionnant le signalement de l'animal et le motif de la saisie. Si le certificat ci-dessus ne peut être remis immédiatement après l'expertise, le propriétaire est averti de la décision, par télégramme.

Vlees, vet en afval, die geheel of gedeeltelijk voor voeding ongeschikt zijn, worden door de vleeskeurder in beslag genomen.

[ ](K.B. 4.VII.1996)

Hij overhandigt aan de belanghebbende een uit een stamboekje gescheurd bewijs, waarop de beschrijving van het dier en de reden van de inbeslagneming vermeld worden. Indien bovenvermeld bewijs niet onmiddellijk na de vleeskeuring kan afgegeven worden, wordt de eigenaar per telegram van de beslissing op de hoogte gebracht.

Article 27

 

Artikel 27

[ ](A.R. 4.VII.1996)

[ ](K B 4 VII.1996)

 

Section V

 

Des secondes expertises

 

Afdeling V

 

Tweede vleeskeuringen

Article 28

 

Artikel 28

[Les viandes provenant d'animaux abattus pour cause de nécessité en dehors d un abattoir et expertisés sur place à l'intervention du vétérinaire traitant, sont soumises, à titre complémentaire, à une seconde expertise obligatoire dans un des abattoirs visés à l'article 20 où le service sanitaire est confié à un vétérinaire qui n'est pas intervenu précédemment dans l'expertise.](A.R. 30.VII.1986)
Il est dérogé à cette obligation lorsque l'inspecteur circonscriptionnaire ou son délégué a été appelé à se prononcer conformément aux dispositions inscrites à l'article 24.
Les viandes seront acheminées directement vers l'abattoir sous le couvert d'un certificat vétérinaire.

 

[Het vlees dat voorkomt van dieren, buiten een slachthuis in nood geslacht en dat ter plaatse door toedoen van de behandelende dierenarts gekeurd werd, wordt in één van de in artikel 20 vermelde slachthuizen, waar de sanitaire dienst wordt waargenomen door een keurder die vroeger niet aan de vleeskeuring deelgenomen heeft bij wijze van aanvulling aan een tweede verplichte keuring onderworpen.](K.B. 30 VII.1986)
Van deze verplichting wordt afgeweken wanneer de inspecteur van het ambtsgebied of zijn gemachtigde geroepen werd om, overeenkomstig de in artikel 24 neergelegde bepalingen, uitspraak te doen.
Het vlees dient rechtstreeks naar het slachthuis gezonden onder dekking van een veeartsenijkundig getuigschrift.

Article 29

 

Artikel 29

Sont assimilés aux abattages de nécessité:

- l'abattage des animaux n'ayant pas fait l'objet de la déclaration d'abattage conformément à l'article 5, premier et deuxième alinéas;
- l'abattage des animaux n'ayant pas fait l'objet de l'examen ante mortem lorsque celui-ci est obligatoire;
- l'abattage en dehors des établissements visés à l'article 20 de la loi, d'animaux obligatoirement soumis à l'expertise.

Met noodslachtingen worden gelijkgesteld:

- het slachten van dieren waarvoor geen slachtingsaangifte is gedaan overeenkomstig artikel 5, eerste en tweede lid;
- het slachten van dieren die niet aan een onderzoek ante-mortem onderworpen worden, wanneer dit verplicht is;
- het slachten, buiten de bij artikel 20 van de wet bedoelde inrichtingen, van dieren welke verplicht aan de keuring onderworpen zijn.

Article 30

 

Artikel 30

Les communes peuvent soumettre les viandes de boucherie fraîches ou préparées, introduites sur leur territoire, à une seconde expertise effectuée gratuitement.
Les viandes importées dans le Royaume et celles provenant d'animaux abattus dans un abattoir public ou dans un abattoir particulier assimilé à l'abattoir public sont soumises à cette seconde expertise chez les débitants, sur les marchés autorisés, dans les ateliers de fabrication ou établissements servant à la détention des viandes. Toutefois, à la demande des intéressés, l'examen pourra avoir lieu à un ou plusieurs endroits qui seraient désignés par la commune.
Le transport des viandes visées à l alinéa précédent est autorisé aux heures pendant lesquelles les viandes expertisées dans la commune peuvent être transportées.

De gemeenten mogen het op hun grondgebied ingevoerd vers of bereid slachtvlees aan een tweede kosteloze keuring onderwerpen.
Het in het koninkrijk ingevoerd vlees en het vlees dat voortkomt van dieren, geslacht in een openhaar slachthuis of in een met openbaar slachthuis gelijkgesteld privaat slachthuis, wordt aan deze tweede keuring onderworpen bij de kleinhandelaars, op de toegelaten markten, in de bereidingswerkplaatsen of in de inrichtingen welke dienen voor het in voorraad houden van vlees. Op aanvraag van de belanghebbenden nochtans kan het onderzoek verricht worden op een of meer plaatsen die de gemeente aanwijst.
Het vervoer van vlees als bedoeld in het voorgaande lid is toegelaten op de uren waarop het in de gemeente gekeurd vlees mag worden vervoerd.

Article 31

 

Artikel 31

Les dispositions inscrites aux articles 24, 25, 26 et 27 sont applicables lorsque les viandes sont déclarées impropres à la consommation à l'occasion de la seconde expertise.

Het bepaalde in de artikelen 24, 25, 26 en 27 is toepasselijk wanneer het vlees bij de tweede keuring voor de voeding ongeschikt verklaard wordt.

Article 32

 

Artikel 32

L'expert qui, en seconde expertise, déclare impropres à la consommation, des viandes, graisses et abats pour une cause existant au moment de l'abattage, doit en aviser l'inspecteur circonscriptionnaire par télégramme et confirmer cette information par carte de service. Les viandes, graisses et abats saisis sont tenus à la disposition de l'inspecteur circonscriptionnaire pendant vingt-quatre heures à partir de l'heure de l'envoi du télégramme.

De vleeskeurder die, bij tweede keuring, vlees, vet en afval voor voeding ongeschikt verklaart om een op het tijdstip der slachting bestaande reden, moet hierover per telegram de inspecteur van het ambtsgebied inlichten en deze inlichting schriftelijk, per dienstbriefkaart, bevestigen. Het in beslag genomen vlees, vet en afval wordt vanaf het ogenblik dat het telegram verstuurd werd, gedurende vierentwintig uren ter beschikking gehouden van de inspecteur van het ambtsgebied.

 

Section VI

 

[Entreposage]
(A.R. 11.V.1992)

 

Afdeling Vl

 

[Opslag]
(K B. 11.V.1992)

Article 33

 

Artikel 33

[ ](L. 14.VII.1994)

[ ](W. 14.VII.1994)

 

Section VII

 

Du transport

 

Afdeling VlI

 

Vervoer

Article 34

 

Artikel 34

[ ](A.R. 30.XII.1992)

[ ](K.B. 30.XII.1992)

Article 35

 

Artikel 35

Les viandes reconnues conditionnellement propres à la consommation ne peuvent être transportées qu'à destination d'une usine de stérilisation ou d 'un frigorifère agréé par le Ministre de la Santé publique et de la Famille et sous le couvert d'un certificat délivré par le vétérinaire qui a procédé à l'expertise.
Un double de ce certificat sera envoyé directement à l'inspecteur circonscriptionaire du commerce des viandes.
Le certificat de transport, revêtu de l'accusé de réception du médecin vétérinaire chargé du contrôle des opérations de stérilisation ou de congélation devra être adressé immédiatement à l'inspecteur qui a l'usine ou le frigorifère sous sa surveillance.

Het voorwaardelijk voor de voeding goedgekeurd vlees mag slechts vervoerd worden naar een sterilisatiefabriek of naar een door de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin erkend koelhuis en onder dekking van een getuigschrift afgegeven door de veearts die de keuring heeft gedaan.
Een dubbel van dit getuigschrift wordt rechtstreeks aan de inspecteur van de vleeshandel van het ambtspebied gestuurd.
Het vervoerbewijs, voorzien van het bericht van ontvangst door de veearts die met het toezicht op de sterilisatie- of bevriezingsinrichtingen is belast, moet onmiddellijk gezonden worden aan de inspecteur, die het toezicht heeft over de fabriek of het koelhuis.

[Article 35bis

 

[Artikel 35bis

Les taxes d'affranchissement des cartes de service et documents prescrits par les articles 20, 24, 26, 27,31, 32 et 35 du présent arrêté sont a charge du propriétaire de l'animal.](A.R. 23.III.1977)

De frankeringstaksen op dienstkaarten en documenten, die voorgeschreven worden bij de artikelen 20, 24, 26, 27, 31, 32 en 35 van dit besluit, zijn ten laste van de eigenaar van het dier.](K B. 23.III.1977)

 

Section VIII

 

Du commerce des viandes

 

Afdeling VIll

 

Vleeshandel

Article 36

 

Artikel 36

Il est interdit de détenir des viandes, graisses ou abats non expertisés ou gâtés, ou corrompus, dans des magasins, boutiques, dépôts ou lieux quelconques affectés à la vente, à la détention ou à la préparation de produits alimentaires destinés à la vente ou à la livraison, ainsi que dans les locaux communiquant avec ceux désignés ci-dessus autrement que par la voie publique.
[Sont également interdites dans ces mêmes lieux, les viandes portant l'estampille réservée aux viandes destinées aux besoins exclusifs du ménage du déclarant. Elles ne peuvent être mises dans le commerce ni cédées à des tiers. à titre onéreux ou gratuit. Les viandes précitées trouvées en infraction aux dispositions du présent article sont déclarées nuisibles en vue de l'application de l'article 33 de la loi du 5 septembre 1952 relative à l'expertise et au commerce des viandes].(A.R. 17.VI.1976)

[ ](A.R. 4.VII.1996)

Het is verboden ongekeurd of bedorven of ontbonden vlees, vet of afval, te bewaren in magazijnen, winkels, opslagplaatsen of enige andere plaatsen gebruikt voor verkoop, in voorraad houden of bereiden van voor verkoop of levering bestemde voedingswaren, evenals in de lokalen welke anders dan langs de openbare weg met de voormelde in verbinding staan.
[Zijn eveneens verboden in dezelfde plaatsen, het vlees dat de stempel draagt voorbehouden aan het vlees dat uitsluitend bestemd is om in de behoeften van het huisgezin van de aangever te voorzien. Het mag niet in de handel gebracht worden noch afgestaan worden aan derden onder al dan niet bezwarende titel. Het vlees dat niet beantwoordt aan de bepalingen van onderhavig artikel wordt schadelijk verklaard met het oog op de toepassing van artikel 33 van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel.](K B. 17.VI.1976)

[ ](K.B. 4.VII.1996)

Article 37

 

Artikel 37

Les viandes préparées ou conservées ne peuvent être mises en vente, exposées en vente, détenues pour la vente ou la livraison que si elles proviennent d'ateliers ou de fabriques de préparation de viandes répondant aux conditions d'exploitation à déterminer par Nous.

[ ](A.R. 4.VII.1996)

Bereid of verduurzaamd vlees mag slechts in de verkoop gebracht, te koop gesteld, voor verkoop of levering in voorraad gehouden worden indien het voortkomt uit vleesbewerkplaatsen of vleeswarenfabriekan, welke beantwoorden aan de door Ons vast te stellen voorwaarden van exploitatie.

[ ](K.B 4.VII.1996)

Article 38

 

Artikel 38

La vente de la viande de cheval, l'exposition en vente et la détention pour la vente peuvent s'effectuer dans toute boucherie à condition de réserver pour cette viande un étal spécial, surmonté d'une inscription "Viande chevaline" en caractères de 5 centimètres au moins.
La nature des viandes intervenant dans la compositions des hachis, des saucisses fraîches, vendus dans ces boucheries, doit être mentionnée clairement sur chacune des préparations.

Paardevlees mag in iedere vleeshouwerij verkocht, te koop gesteld en voor verkoop in voorraad gehouden worden op voorwaarde dat men voor dit vlees over een afzonderlijke toonbank beschikt, waarboven een opschrift "Paardevlees", in ten minste 5 centimeter hoge letters.
De aard van de vleessoorten, gebruikt voor gehakt en verse worsten die in deze vleeshouwerijen worden verkocht, moet duidelijk op iedere preparatie vermeld worden.

 

Section IX

 

Sanctions

 

Afdeling IX

 

Strafbepalingen

Article 39

 

Artikel 39

[Les infractions aux dispositions du présent arrêté sont punies des peines prévues par la loi du 5 septembre 1952.](A.R. 15.XII.1965)

[De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen voorzien door de wet van 5 september 1952.](K.B. 15.XII.1965)

Article 40

 

Artikel 40

Sont abrogés:

1° l'arrêté royal du 23 mars 1901 relatif au règlement sur l'expertise des viandes de boucherie, modifié par les arrêtés royaux des 14 juillet 1919, 10 septembre 1930, 14 août 1933, 10 janvier 1934, 24 août 1935, 29 octobre 1937, 16 mars et 9 juin 1939 à l'exception de l'article 7ter inséré dans cet arrêté par l'arrêté royal du 7 avril 1939;
2° l'arrêté royal du 24 décembre 1928 relatif au transport de cadavres d'animaux domestiques et de viandes de boucherie.

Worden opgeheven:

1. Het koninklijk besluit van 23 maart 1901 inhoudende het reglement over de vleeskeuring, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juli 1919, 10 september 1930, 14 augustus 1933, 10 januari 1934. 24 augustus 1935, 29 oktober 1937, 16 maart en 9 juni 1939, met uitzondering van artikel 7ter, in dat besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 april 1939;
2. Het koninklijk besiuit van 24 december 1928 betreffende het vervoer van dierenlijken en van slachtvlees.

Article 41

 

Artikel 41

Notre Ministre de la Santé publique et de la Famille est chargé de l'exécution du présent arrêté.

Onze Minister van Volksgezondheid en van het Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.


 

ANNEXE 1

 

 

BIJLAGE 1

 

[ ](A.M. 11.III.1953)(A.R. 30.XI.1982)

 

[ ](M.B. 11.III.1953)(K.B. 30.XI.1982)


 

ANNEXE 2

 

 

BIJLAGE 2

 


[Legislation]